Persvrijheid van democratische hoeksteen naar partijpolitiek middel
Vrije pers is het fundament voor een goed functionerende democratie. Maar als we kijken naar de resultaten van de Politieke Persvrijheidmeter 2025, dreigt persvrijheid in Nederland eerder te veranderen van gemeengoed naar een partij-afhankelijk standpunt. En niet alleen hier, maar in heel Europa. Dat is reden tot zorg.
Dit artikel sluit aan bij onze eerdere publicatie over de Politieke Persvrijheidmeter 2025, waarin de algemene ranglijst en belangrijkste bevindingen werden gepresenteerd.
Progressieve partijen, zoals Volt, D66, GroenLinks-PvdA en de PvdD, scoren consequent het hoogst op de door Free Pres Unlimited opgestelde aspecten van persvrijheid. Daarentegen wordt de andere kant van het spectrum gedomineerd door uiterst-rechtse partijen, zoals de PVV, FvD en de JA21.
Partijen als de PVV en FvD koppelen persvrijheid vooral aan het recht om te zeggen wat je wilt, maar zetten zich niet in voor de bescherming van persvrijheid. Integendeel: beide partijen ondermijnen het vertrouwen in de vrije pers. Zo wil de PVV de publieke omroep fors inperken of zelfs afschaffen, en beschuldigt de partij journalisten geregeld van “linkse indoctrinatie”. De FvD verspreidt actief wantrouwen richting media en factcheckers, en bestempelt maatregelen tegen desinformatie als “overheidscensuur”. Bovendien gebruikt FvD haar eigen mediakanalen om gevestigde journalistiek te delegitimeren. Daarmee dragen beide partijen bij aan een klimaat waarin onafhankelijke media niet langer worden gezien als pijlers van de democratie, maar als politieke tegenstanders.
Centrumrechts: steun in woorden, niet in beleid
De Persvrijheidmeter laat zien dat de centrumrechtse partijen weinig concreet doen om persvrijheid te beschermen. Partijen als de VVD, SGP en BBB noemen persvrijheid wel als democratische waarde in hun verkiezingsprogramma’s, maar vertalen dat nauwelijks in steun voor beleid. Zo haalt de VVD een voldoende op haar partijprogramma, maar een onvoldoende op stemgedrag op moties.
De BBB benadert steun voor mensenrechten met “gezonde scepsis” richting internationale instituten, zoals de WHO en de VN, en presenteert geen plannen om mensenrechten internationaal te bevorderen, wat resulteert in een lage score op internationale inzet voor persvrijheid. Ook andere partijen, zoals JA21, besteden weinig aandacht aan persvrijheid in hun programma. JA21 pleit zelfs, net als de PVV, voor het verkleinen van de publieke omroep zonder alternatief voor onafhankelijke informatievoorziening.
Benieuwd naar hoe alle partijen kijken naar persvrijheid? Download dan het volledige rapport van de Persvrijheidmeter 2025.
Een Europees fenomeen
Het contrast tussen politieke flanken is niet uniek voor Nederland. In heel Europa zien we dat progressieve partijen vaker inzetten op mediapluralisme, journalistieke veiligheid en internationale rechtsstatelijkheid om persvrijheid te beschermen. Populistische partijen zetten zich juist af tegen gevestigde instituten en media.
In Hongarije wordt de vrije pers bijvoorbeeld systematisch ondermijnd door kritische media financieel en juridisch te verzwakken, en een mediastelsel te creëren dat volgens de wensen van de regering opereert. In Polen is de publieke omroep in de afgelopen jaren omgevormd tot een kanaal voor regeringspropaganda. Hervormingen zijn met de nieuwe regering in 2023 aangekondigd, maar volledige onafhankelijkheid lijkt nog ver weg. In Tsjechië en Italië blijft de positie van onafhankelijke media eveneens kwetsbaar door de dominantie van commerciële omroepen, juridische druk en politieke pogingen om verslaggeving te beperken, waaronder het gebruik van SLAPP-zaken.
Regeringen in deze landen zetten publieke media bewust weg als “links” om wantrouwen te zaaien en hun greep op de publieke opinie te versterken. Uiteindelijk werkt dit het doel om het volledige publieke omroepbestel af te schaffen in de hand, zoals de PVV en FVD dat ook in Nederland voorstellen.
Deze voorbeelden laten zien hoe de positie van onafhankelijke media in Europa steeds vaker samenhangt met politieke machtsverhoudingen, en hoe snel persvrijheid kan verschuiven van democratisch fundament naar politiek middel.
Een groeiende kloof: wat is persvrijheid eigenlijk?
Wat in de Nederlandse verkiezingen steeds zichtbaarder wordt, is de kloof tussen beloftes en inzet. Veel partijen benadrukken het belang van vrije media, maar ondernemen nauwelijks actie om ze te beschermen. Daardoor ligt de daadwerkelijke verdediging van persvrijheid grotendeels bij progressieve partijen.
Dat is zorgwekkend. Wanneer het waarborgen van persvrijheid vooral door één politieke flank wordt gedragen, kan dat worden weggezet als een partijdige of “linkse” agenda. Zo verliest persvrijheid haar karakter als gedeelde democratische waarde en wordt ze onderdeel van de politieke strijd.
Tegelijkertijd passen de resultaten van de Persvrijheidmeter in de huidige politieke stand van zaken in Europa: (centrum)rechtse partijen interpreteren persvrijheid heel anders. Waar progressieve partijen persvrijheid vooral koppelen aan de onafhankelijkheid van journalistiek, leggen partijen als de PVV, SGP en FVD de nadruk op vrijheid van meningsuiting in de breedste zin van het woord. Die benadering past binnen een internationaal patroon: in landen als Italië, Polen en Hongarije zien we dat rechtse en conservatieve regeringen persvrijheid definiëren als vrijheid van expressie zonder bemoeienis van overheid en instituten. Tegelijkertijd brengen ze de positie van onafhankelijke media in diskrediet, met als gevolg dat de voorwaarden voor een écht democratische vorm van persvrijheid onder druk komen te staan.
Wat is betrouwbare informatie?
De discussie over wat persvrijheid is laat ook zien hoe sterk de meningen over desinformatie en vrijheid van meningsuiting uiteenlopen. Achter deze standpunten schuilt een fundamentele vraag: wie bepaalt wat betrouwbare informatie is? Voor progressieve partijen vormt de publieke omroep een garantie voor pluriformiteit en feitelijke nieuwsvoorziening. Uiterst rechtse partijen zien die instituten juist als onderdeel van het probleem. Niet omdat feiten worden ontkend, maar omdat de producenten van die feiten als politiek bevooroordeeld worden gezien.
Als persvrijheidorganisatie staat Free Press Unlimited (FPU) voor dat journalistieke media onafhankelijk moeten kunnen opereren, vrij van politieke of commerciële druk. Betrouwbare, feitelijke informatie vormt de basis van een gezonde democratie. Persvrijheid betekent volgens FPU niet dat je vanuit vrijheid van meningsuiting het recht hebt om onwaarheden te verspreiden.
Persvrijheid niet meer breed gedragen als democratische waarde
Wat deze uitkomsten duidelijk maken, is dat persvrijheid steeds vaker als een politiek standpunt wordt behandeld in plaats van als een vanzelfsprekend onderdeel van onze democratie. Partijen positioneren zich niet meer alleen op basis van de bescherming van onafhankelijke media, maar wegen af welke rol persvrijheid krijgt binnen hun ideologische, (on)democratische verhaal. Dit betekent dat de inzet voor een vrije pers niet breed gedragen is en daardoor kwetsbaar wordt voor politieke retoriek en populistische framing. Voor de democratie in Nederland is dit een zorgwekkende ontwikkeling: als persvrijheid een keuze van partijpolitiek wordt, in plaats van een breed gedragen fundament, staat de onafhankelijke journalistiek - en daarmee de democratie - continu onder druk. Uit andere landen weten we dat aanvallen op de persvrijheid een voorteken zijn van ingrijpender democratisch verval, zoals de ondermijning van de onafhankelijke rechtspraak, onafhankelijke verkiezingen en andere uitingen van autocratisering.